Inrichting van Norg in de Tweede Wereldoorlog
Norg had in de periode van de Tweede Wereldoorlog nog niet de omvang van nu. De meeste bebouwing zoals we die nu kennen, is pas in de tweede helft van de vorige eeuw gerealiseerd. Op de foto hiernaast is te zien hoe Norg er toen uit zag. Op een foto van 2010 is de situatie van ’40-’45 aangebracht. De rode lijnen waren de verharde wegen in die tijd. Binnen de blauwe lijnen worden meertjes en veengebieden aangegeven. Duidelijk is, dat het grootste veengebied helemaal ontgonnen is en uiteindelijk bebouwd. In de oorlog zijn in Norg gelukkig geen panden verwoest door toedoen van bommen e.d.
Executies in Norg
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de dichte bossen rondom Norg veelvuldig gebruikt voor het executeren van verzetsstrijders door de Duitsers en SD’ers. De namen van hen zijn ook terug te vinden op de monumenten die tegenwoordig op diverse plaatsen staan, zoals bij Bonhagen en aan de Voorsteweg (Oosterduinen). Eén van de SD’ers die destijds aanwezig was om te executeren is de nog steeds voortvluchtige oorlogsmisdadiger Klaas Carel Faber.
Vliegveld bij Peest
Door de Duitse bezetter werd in de oorlog bij het nabijgelegen dorpje Peest een vliegveld aangelegd. In korte tijd verrees een heus vliegveld, bestaande uit 4 start-/landingsbanen en diverse gebouwen zoals een communicatiehuis, keuken, bunkers, opslagen, 2 brandweerkazernes, diverse slaapvertrekken, munitieopslagen, enz. De banen waren gerealiseerd doormiddel van graszoden. Al snel bleken deze banen te drassig voor het landen en opstijgen van de vliegtuigen, waardoor al het werk voor niets was geweest. Aan het einde van de oorlog hebben de Duitsers de meeste gebouwen opgeblazen. Enkel het bluswaterbassin (ook wel Hitlerring genoemd) aan de Westerveen, herinnert nog aan deze tijd.
Bloedploeg Norg
De “Bloedploeg Norg” bestond in hoofdzaak uit ‘Lünebergers’, landwachters die in Drenthe bleven hangen en zich zich opnieuw verdienstelijk maakten voor de Sicherheitsdienst (SD). De ploeg in Norg wist vele verzetslieden en onderduikers op te sporen door de martelpraktijken die zij toepasten in een de gevorderde Villa Nijenhof aan de Langeloerweg. Berucht was de ‘badkuipmethode’, waarbij verdachten net zo lang werden ondergedompeld in ijskoud water tot zij bekenden. Daarna werden zij overgedragen aan het noordelijke SD-hoofdkwartier in het Scholtenshuis aan de Grote Markt te Groningen. Van daaruit werden met enige regelmaat groepen verdachten meegevoerd naar de bossen bij Norg om aldaar te worden gefusilleerd. Dit gebeurde onder andere aan de Voorsteweg en aan de Bonhagen. Nu staan hier monumenten.