Bert van der Pol van IVN Roden Norg stuurde een artikel om de jaarlijkse paniek rond het fenomeen jacobskruiskruid in perspectief te plaatsen. Het gaat om een relaas uit Nature Today… Wederom leidt Jakobskruiskruid tot kamervragen. Agrarische lobbypartijen pleiten voor bestrijding van deze plant, voor vee giftig en soms zelfs dodelijk. Hoe giftig is Jakobskruiskruid daadwerkelijk voor vee? En hoe kunnen we de dominantie op duurzame wijze terugdringen? Is de paniek in de agrarische sector terecht?
Er wordt in de media veel gespeculeerd over het vermeende (grote) aantal dieren dat door toedoen van Jakobskruiskruid sterft. In werkelijkheid weten we helemaal niet hoeveel dieren er daadwerkelijk door Jakobskruiskruid sterven. Alleen door sectie en het aantonen van Jakobskruiskruid in het voer is het waarschijnlijk te maken dat een dier leverafwijkingen heeft die passen bij een vergiftiging. De symptomen van een vergiftiging van Jakobskruiskruid lijken overigens sterk op die van andere leverziekten. Zo is recent gebleken dat dezelfde afwijkingen kunnen passen bij een vergiftiging door onzichtbare mycotoxinen, vanuit schimmels in het voer. Ook onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk (pdf: 9,1 MB) laat zien dat er vaak verwarring is met andere leverziekten, die mogelijk zelfs te behandelen waren. Ook volgens de Europese Voedsel- en Warenautoriteit is er een laag risico op PA-vergiftiging bij vee en gezelschapsdieren. Zij stellen: “There is generally a low risk of PA poisoning in livestock and companion animals in the EU as most PA poisonings reported recently are due to accidental exposure.”
Paarden en koeien zijn aanzienlijk gevoeliger voor gezondheidsschade dan schapen en geiten. Schapen hebben enzymen in de pensflora, waardoor zij beter in staat zijn de PA’s af te breken. Recent is er een uitgebreide veldstudie gedaan met schapenbegrazing (pdf: 5,3 MB). Voor zover de onderzoekers nu weten, was dit het eerste onderzoek dat bewijst dat schapen die vrije keuze hebben, in staat zijn aanzienlijk grotere hoeveelheden Jakobskruiskruid in te nemen dan de soms dodelijke doses vastgesteld onder experimentele omstandigheden.
Bestrijding Jakobskruiskruid loont niet
Ieder jaar roepen agrarische belangenorganisaties op tot bestrijding van Jakobskruiskruid. In de praktijk zou bestrijding echter neerkomen op symptoombestrijding. Door de inrichting en beheer van ons landschap weet de soort steeds weer voldoende plekken te vinden om zich te verspreiden. Bovendien zou er afhankelijk van de wijze van bestrijding schade kunnen ontstaan aan de overige flora en fauna in bermen en agrarisch landschap. Bermen zijn zeer belangrijk in het landschap voor planten en dieren. Je kunt deze landschapselementen zelfs beschouwen als het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland.
Jakobskruiskruid met een roodbont heide-uiltje
In extensief beheerde weilanden is er weinig reden om te bestrijden, omdat de plant toch niet wordt gegeten. In intensief beheerde agrarische percelen maakt de soort nu al geen kans. Een mogelijk risicovolle categorie binnen het agrarisch natuurbeheer is het kruiden- en faunarijk grasland op zandbodems, waarbij het hooi ook als voer wordt gebruikt. Daar wil je als agrariër geen Jakobskruiskruid in zien. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen aanpassingen in het beheer mogelijk zijn, om bijvoorbeeld massavegetaties te beperken. Misschien moeten we dat in Nederland nog leren.
Wat kunnen we wel?
In het kort: investering in gedegen onderzoek, voorziening van betrouwbare informatie en duurzaam beheer. Overleg over een duurzamer beheer kan al veel oplossen. Soms is dat maaien voor een kortetermijnoplossing; voor een langere termijn is een goede dichte zode met verschillende inheemse grassen en kruiden een meer duurzame oplossing. Jakobskruiskruid groeit in dichte vegetaties niet uit tot een grote populatie. Schade en verstoringen aan de bodem en vegetatie waardoor er open bodem ontstaat moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit kan onder andere door geen klepelmaaiers te gebruiken en paarden en vee voldoende ruimte in de weide te geven om zo overbegrazing en dus kale plekken te voorkomen.
Begrazen met schapen kan een goede optie zijn. De druk van Jakobskruiskruid kan lager worden door schapen één of twee seizoenen in te zetten. Schapen eten vooral de rozetten. Het is dus niet zinvol schapen in te zetten als de plant volop in bloei staat. Door dit soort maatregelen zal Jakobskruiskruid lang niet altijd verdwijnen, maar in het algemeen wel minder massaal voorkomen. Zo blijft ook de ecologische functie van de soort voor insecten behouden.
Schapen zouden minder gevoelig zijn voor Jakobskruiskruid
Goede informatie is goud waard!
Het zou goed zijn om te investeren in onderzoek naar de daadwerkelijke gezondheidsschade die Jakobskruiskruid veroorzaakt bij vee (ziekte en overlijden). Gezien de grote maatschappelijke discussie, zou een samenwerking tussen agrarische en veterinaire organisaties en overheid optimaal zijn. Ook op lange termijn zou gestructureerd nader onderzoek naar verdenkingen van vergiftigingen door Jakobskruiskruid waardevol zijn, om goed in beeld te krijgen wat de meerjarige schade echt is.
Nederlandse Verklaring van Göttingen?
In Duitsland heeft men in 2017 de zogenaamde Göttinger Erklärung (Verklaring van Göttingen) (pdf: 5 MB) opgesteld. Hierin wordt de situatie en de ervaren problematiek beschreven vanuit verschillende invalshoeken en zijn afspraken gemaakt in beheer, of zelfs bestrijding, in bepaalde situaties. Nederland heeft zo’n verklaring met afspraken over hoe we omgaan met Jakobskruiskruid (nog) niet. Nederlandse agrariërs, dierenartsen, berm- en natuurbeheerders, wetenschappers en overheden kunnen er veel winst uithalen als zij samen zo’n verklaring zouden opstellen.